Wilde dieren gedragen zich anders dan wij gewend zijn in het verkeer. Door hun gedrag beter te begrijpen, kunnen we als bestuurders beter anticiperen en samen ongelukken helpen voorkomen. Hieronder vind je een aantal belangrijke inzichten die je kunnen helpen om veiliger te rijden in gebieden waar wild voorkomt.
🦌 Dieren reageren instinctief
Veel dieren reageren vanuit hun natuurlijke vecht-of-vluchtreactie. Ze voelen zich veilig binnen een bepaalde afstand. Zodra die grens wordt overschreden — bijvoorbeeld door een naderend voertuig — kan hun gedrag plotseling en onvoorspelbaar worden. Zelfs als een dier je ziet aankomen, kan het alsnog de weg opspringen.
🐗 Dieren zijn zelden alleen
Reeën, wilde zwijnen en edelherten leven vaak in groepen. Als je één dier ziet oversteken, is de kans groot dat er meer volgen. Soms keert een dier zelfs terug over de weg. Ook dieren die rustig aan de kant lijken te staan, kunnen plotseling oversteken. Samen alert zijn op dit gedrag helpt ongelukken voorkomen.
🌀 Waarom zigzaggen reeën?
Reeën en andere prooidieren proberen roofdieren te ontwijken door onverwachte bewegingen te maken. Als ze schrikken van een auto, kunnen ze plotseling zigzaggen of springen — niet omdat ze ‘dom’ zijn, maar omdat hun instinct hen dat ingeeft.
Dieren vluchten het liefst onder omstandigheden die ze kennen en vertrouwen — bijvoorbeeld richting dekking of een bekende route. Maar als de paniek toeslaat, kan dat vluchtgedrag onvoorspelbaar worden. Soms raken ze verstrikt in de lichtbundel van een voertuig. Buiten dat felle licht zien ze geen duidelijk alternatief meer, waardoor ze blijven bewegen binnen het verlichte gebied — precies waar het gevaar zich bevindt.
🛣️ Wegen trekken dieren aan
Wegen zijn voor dieren aantrekkelijk: bermen bieden voedsel, warmte en beschutting. Ze vormen ook grenzen tussen territoria en zijn makkelijk begaanbaar. In de zomer zoeken dieren er verkoeling door de wind. Het is dus niet vreemd dat je juist op of langs de weg dieren kunt tegenkomen.
📍 Waar is het risico het grootst?
Aanrijdingen gebeuren vaak buiten de bebouwde kom, op plekken waar wegen door natuurgebieden lopen — denk aan bossen, beken of weilanden. Vooral rechte stukken na bochten zijn risicovol: bestuurders voelen zich daar veilig en rijden vaak sneller, terwijl dieren juist daar oversteken.
🕒 Wanneer is het risico het grootst?
Aanrijdingen kunnen het hele jaar en op elk moment van de dag gebeuren. Toch is het risico het grootst tussen 19:00 en 07:00 uur, vooral in het voorjaar en najaar. Dan zijn veel dieren actief en is het zicht vaak beperkt.
🏙️ Ook in de stad?
Zeker. Wilde dieren komen steeds vaker voor in stedelijke gebieden. Verbindingswegen tussen woonwijken en buitengebieden doorkruisen hun leefgebied. Omdat we zulke wegen goed kennen, letten we vaak minder op. Juist daar is het belangrijk om alert te blijven — zeker als de snelheid beperkt is tot 60 km/u.
🚗 Wat zijn de gevolgen van een botsing?
Een botsing met een groot dier zoals een ree of wild zwijn kan ernstige schade veroorzaken — aan het dier, aan je voertuig en mogelijk ook aan jezelf of je passagiers. Hoe harder je rijdt, hoe langer je remweg. Bij 80 km/u kun je nog op tijd stoppen als een dier op 60 meter afstand de weg op springt. Bij 100 km/u lukt dat niet meer: je botst dan met meer dan 60 km/u op het dier.
Samen maken we het verschil
Door deze weetjes te delen en elkaar te helpen alert te blijven, vergroten we samen de veiligheid op de weg. Kleine aanpassingen in gedrag — zoals het herkennen van risicoplekken, extra opletten bij natuur en waarschuwingsborden, snelheid minderen op risicoplekken — kunnen een groot verschil maken.