Ons advies is anno 2021: Waarschuw de automobilist in het traject waar de wildaanrijdingen hoog zijn met een dynamisch signaleringssysteem op basis van maximumsnelheden. Het bord overstekend wild licht dan op! Daarna start een traject met aan de wegzijde aan de bermpaaltjes te bevestigen blauwe reflectoren die over de weg naar de berm aan de overzijde van de weg schijnen. Dat traject eindigt bij het dynamisch signaleringssysteem voor de andere rijrichting.

Als het succes van die maatregel tot een veel te hoog risico door een hoge dichtheid aan dieren leidt wordt het populatiebeheer aangescherpt of een Elektronisch Wild Waarschuwingssysteem of ongelijkvloerse kruising met natuur aanbevolen. Omdat veel dieren een logisch gevolg zijn van de verkeersmaatregelen worden de wildaanrijding gemonitord door de wegbeheerder. Die kan de registratie van wildaanrijdingen registreren in samenwerking met de lokale beheerders.

De reflectoren of spiegels weerkaatsen het licht van voertuigen zodat de weg en de bermen als onveilig worden ervaren door de aanwezige dieren. Onderzoek wijst uit dat al snel gewenning optreedt voor de aanwezige dieren. Er zijn waarschijnlijk daarom wetenschappelijke onderzoeken dat het weerschijnsel van de spiegels niet is te meten en dat de dieren niet reageren op de wildspiegels. Wij denken echter dat de reflectoren de dieren helpen met het verkeer omdat deze goed worden geplaatst. Goed geplaatst worden betekent een zo groot mogelijke kans dat de reflectie door dieren gezien worden.

Scenario's plaatsen wildreflectoren voor optimale effecten op weg en wegbermen. Om wildaanrijdingen te beperken.


Toelichting op: Scenario's plaatsing wildreflectoren:
A: Geen wildspiegels geplaatst. Resultaat: Geen weerspiegelde schijnsels in de bermen.
B: Wildspiegels kriskras geplaats en schijnen over de weg. Resultaat: 100% van de weg en berm wordt met weerkaatst licht onrustig gemaakt.
C: Wildspiegels tegenover elkaar geplaatst en schijnen over de weg. Resultaat: 80% van de weg en 100% van de berm wordt onrustig gemaakt.
D: Wildspiegels schijnen direct in de berm. Resultaat: 0% van de weg en 20% van de berm worden door schijnsel onrustig gemaakt.

Let op: Het effect wordt in alle gevallen nog beïnvloed door:
- De helling van de weg en de berm
- De begroeiing van de berm. Een kleine afstand van begroeiing tot spiegel heeft groot negatief effect op de werking.

Helaas is er beperkt gericht onderzoek gedaan naar de relatie effect plaatsing op aantal wildaanrijdingen. Het geen leidt tot veel discussie over de werking. Geredeneerd vanuit de reflectie en het onrustig maken van weg en berm voor de dieren adviseren wij scenario B of D. Afhankelijk van de breedte van de weg en de afstand tussen de reflectoren.

Afbeelding: Diverse wildreflectoren en montages


Afbeelding: Diverse wildreflectoren en montages


De theorie is dat de spiegels elkaar versterkten als het licht van spiegel in spiegel schijnt. En dat er een bredere strook wordt beschenen als je de spiegel over de weg in de berm aan de overkant laat schijnen. Uit eigen gegevens van Kenniscentrum Reeën zijn er aanwijzingen dat het laatste werkt. Op de N319 traject Vorden - Ruurlo waren veel wildaanrijdingen. Daar werden eind 20e eeuw door de provincie Gelderland wildreflectoren geplaats langs een tweebaansweg zonder middenberm. Gescheiden door de gemeentegrens Bronckhorst/Berkeleland werden de spiegels op verschillende afstanden geplaatst, in de gemeente Bronckhorst op 100 meter en in Berkelland 50 meter van elkaar. In de gemeente Berkelland reduceerden de aanrijdingen enorm terwijl deze in Bronckhorst toenamen. Zoals geschreven geen gedegen onderzoek maar een aanwijzing.

Dit betekent dat in de binnenbocht de spiegels dichter op elkaar moeten staan om de gewenste overlap van de lichtbundels te bereiken. Ook als de weg smaller of breder is dan een tweebaansweg dient men hierop te letten.

Naast de positie van de spiegel in de berm moet deze het licht kunnen opvangen en reflecteren. We zien bijvoorbeeld in de afbeelding met diverse wildreflectoren en montages, reflectoren die in de belangrijkste tijd omgeven zijn door vegetatie en voorhangende takken. Naast de plaatsing zijn dit de belangrijkste redenen die de werking beïnvloed.

In de ideale omstandigheden plaatsen we de reflectoren naar de weg zodat er min of meer een gesloten lichttunnel ontstaat als de spiegels worden beschenen. Als de palen ook voor andere doelen gebruikt worden bijvoorbeeld als bermpaal dan zorgt de wegbeheerder dat de paaltjes inclusief reflectoren vrij blijven van begroeiing en worden deze gewassen. Is dat niet het geval dan doen de reflectoren hun werk niet. De lichttunnel wordt onderbroken en de dieren zullen gaan oversteken. Ook zullen de spiegels niet opgemerkt worden door de bestuurders. Bovendien zijn de reflectoren en het effect onzichtbaar voor de bestuurder. De functies van de spiegels vallen volledig weg.

Vanaf 2015 zien we dat deze nadelen worden voorkomen door de spiegels hoger te monteren en aan de bermkant te plaatsen. De hoogte is zodanig dat de spiegels in de periode dat de meeste aanrijdingen plaatsvinden, over de vegetatie schijnen en minder worden vervuild doordat deze naar de berm is gericht. Een groot nadeel is echter dat het tunneleffect van de spiegels verloren gaat. Dit lijkt te worden opgeheven door halfronden, blauwe reflectoren te gebruiken.

Sommige beheerders experimenteren met één paal met aan beide zijden een reflector, één die in de berm schijnt en één die over de weg schijnt. U begrijpt dat dan de afstand tussen de palen aan één zijde van de weg 25 meter moet zijn voor de tweebaansweg.

Waar je bij het plaatsen ook rekening mee kunt houden zijn lieden die de nieuwe spiegels elders graag willen gebruiken. Bijvoorbeeld om hun inrit mee te benadrukken of elders te gebruiken. Houd daar rekening mee. Zorg voor voldoende reserve exemplaren en zorg voor extra toezicht. Bijvoorbeeld door de mensen in de omgeving bij het plaatsen te betrekken en over het plaatsen te informeren.

Afbeelding: Wildspiegel in gevaarlijke situatie voor mens en dier

Afbeelding: Wildspiegel in gevaarlijke situatie voor mens en dier.

Kortom er zijn veel afwegingen bij het plaatsen. Medio 2017 is de tijd rijp om gedegen onderzoek te doen naar de relevante gegevens en keuzes bij het plaatsen van wildreflectoren! Het zou bijvoorbeeld nuttig zijn te onderzoeken of er een verschil is in plaatsen aan straatkant en bermkant en hoog plaatsen of maaien.

Lees onze bronnen:
Artikelen in over reeën, wildaanrijdingen en verkeer

Daar waar reeën nieuwe leefgebieden in gebruik nemen zijn fauna oversteekplaatsen. Dit oversteken brengt echter levensgevaarlijke risico's met zich mee als deze wegen en waterwegen kruisen.

Fauna oversteekplaatsen zijn plaatsen in de infrastructuur waar dieren van het ene naar het andere gebied gaan. Daar waar de dieren door het water van het ene naar het andere gebied gaan worden fauna uittredeplaatsen ingericht.

Afbeelding: Reeën in ons dichtbebouwde landschap


Als we inzoomen op de wegen vormt elke afstand tussen de voertuigen voor de dieren een kans op een oversteek of een aanrijding. Deze kans wordt verhoogd door toename van de verkeersdichtheid of de dichtheid aan dieren.

Op een soortgelijke manier kan ook gekeken worden naar andere hindernissen die een barrière vormen voor reeën. Je kunt dan denken aan afrasteringen, spijlenhekwerken beschoeiing of grote, complexe obstakels als wegen, spoorwegen en recreatiegebieden.

Daar waar reeën nieuwe leefgebieden in gebruik nemen zijn fauna oversteekplaatsen. Dit oversteken brengt echter levensgevaarlijke risico’s met zich mee.

Het zijn met name min of meer rustige gebieden die het ree in staat stellen dier onvriendelijke omgevingen te passeren. Om die te creëren kunnen wij mensen helpen faunapassages in de verbindingszones te maken. Vooral de overheid neemt deze mitigerende maatregelen. Bij het maken van faunapassages kun je denken aan groenstroken, tunnels, ecoducten maar ook aan wildwaarschuwingssystemen, wildreflectoren, verkeersborden, dwangwissels of het tijdelijk afsluiten van wegen voor verkeer.

Veel beheerders en onderzoekers werken aan fauna oversteekplaatsen en een deel heeft zich georganiseerd in de grensoverschrijdende organisatie Infra Eco Network Europe (IENE). 

Vanuit de gedachte dat de verkeersstromen en ontwikkeling van natuur min of meer dag en nacht doorgaan moeten natuur en mens geholpen worden. Bijvoorbeeld door op de situatie afgestemd toepassen van faunatechnieken. U kunt daarbij denken aan het plaatsen van wildspiegels maar ook aan de inmiddels beproefde faunaoversteekplaatsen; combinaties van wild geleidende rasters, wildroosters en elektronisch wildwaarschuwingssysteem. Deze verkeersmaatregelen maken het mogelijk dat bijvoorbeeld reeën op een veilige manier gelijkvloers kunnen blijven migreren in het volledige leefgebied en oversteken naar andere leefgebieden. De verkeersdeelnemers worden alleen gewaarschuwd wanneer dat nodig is.

Het zien van verkeersmaatregelen tegen wildaanrijdingen is een signaal dat ter plaatse wildaanrijdingen hebben plaatsgevonden. Deze waarschuwingen kan de bestuurder beter niet negeren. Hoewel wetenschappelijk onderzoek de werking van de maatregelen op onderdelen betwijfelt zijn er in de praktijk aanwijzingen dat het aantal aanrijdingen door de verkeersmaatregelen, in verhouding tot aantallen reeën en verkeer, afneemt.

Gewenning
Bij bijna alle vormen van verkeersmaatregelen tegen wildaanrijdingen ontstaat er na enkele seizoenen een averechts effect. De mensen en de dieren wennen lees negeren de maatregelen. Mensen die nooit een gevaarlijke situatie hebben meegemaakt rijden relatief minder alert, ook daar waar wordt gewaarschuwd. Daarbovenop neemt de dichtheid aan dieren toe. Deze drie factoren leiden ertoe dat het risico toe neemt.

afbeelding: Verkeersbord wij steken zomaar over


Het tijdelijk effect van verkeersmaatregelen is deels op te vangen bijvoorbeeld kunnen mensen die harder gaan rijden op basis van dat gedrag interactief gewaarschuwd worden. En bij toenemende dichtheid aan dieren kan gekozen worden de dieren en/of mensen op basis van hun aanwezigheid te waarschuwen. Tenslotte kunnen faunabruggen en faunatunnels worden gerealiseerd.

Pas op, kans op overstekend wild en een wildaanrijding.

Verkeersbord RVV J27 - Waarschuwing groot wild
Als bestuurder van een voertuig wordt u officieel gewaarschuwd voor de kans op het zien en aanrijden van grote dieren door het verkeersbord RVV J27 - Groot wild.

Dynamisch wildsignalering
Een dynamisch wildsignalering 'voelt' de aanwezigheid van voertuigen en/of dieren. Met deze informatie wordt de bestuurder actief gewaarschuwd.


Bijvoorbeeld door een bord overstekend wild en/of een bord met een snelheidsverlaging naar 50 km per uur te laten knipperen. Van de bestuurder wordt verwacht dat deze het gedrag en de snelheid aanpast.

Wildspiegels
Wildspiegels of wildreflectoren weerkaatsen het licht van koplampen richting de berm om dieren eerst te laten schrikken en vervolgens te leren omgaan met verkeer.


Een dier dat zich binnen de baan van de weerkaatste lichtbundel bevindt en het oplichten van de wildspiegel waarneemt, wordt geacht te blijven staan of van de weg af te vluchten.

Bij de juiste afstand tussen de spiegels vormen het licht een bewegend scherm van lichtflitsen, een visueel hekwerk. Dat zorgt voor tijdelijke onrust bij de dieren. Lees voor het plaatsen van wildspiegels: Wildspiegel plaatsen.

De eerste wildspiegels waren gepolijste roestvrijstalen plaatjes op een driehoekige paal. Niet veel later werd het een in een driehoek gevouwen roestvrij stalen reflector die op een bermpaal kan worden gemonteerd. Die reflector werd voorzien van deuken die het koplamplicht van de auto's meer spreiden. En inmiddels zijn de reflectoren er in kunststof varianten. Het spiegelen van licht is gebleven.

De laatste ontwikkelingen zijn dat het reflecterend materiaal blauw is. Dat blauw verhoogt hoogstwaarschijnlijk het contrast in het weerschijnsel van de reflectoren tijdens het waarnemen door reeën en andere dieren.

 

Bij ITEK ontdekten men dat spiegeltjes die aan een draadje ronddraaien als een schoepenrad het licht rond strooien. Zo ontwikkelde men een rotor met op ieder bladen aan weerskanten een reflector.

Afbeelding: ITEK wildspiegel


Hetzelfde effect kan worden bereikt door het ophangen van DVD's op de juiste hoogte.

De investeringskosten voor wildspiegels ten opzichte van afrasteringen en hekken, zijn laag. Waardoor zij, tijdelijk, een effectieve veiligheidsmaatregel voor lokale wegen in wildrijke gebieden zijn.

Virtueel hekwerk
Het Virtuele hekwerk met Wildstop's is een virtueel scherm dat bestaat uit licht- en geluidsignalen die geactiveerd worden door het detecteren van het licht van auto's. Daardoor schrikken dieren en stoppen waar zij mee bezig zijn.


De Wildstop is uitgevoerd met een anti-diefstalbeveiliging en een geavanceerd eigen oplaadsysteem op basis van zonne-energie. De Wildstop-eenheden zijn gebaseerd op software-gestuurde technologie en kunnen eenvoudig worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. Zo kunnen zij bijvoorbeeld draadloos aan elkaar worden gekoppeld waardoor het virtuele raster wordt verlengd en de cruciale voorwaarschuwingstijd enorm wordt vergroot. Het wild wordt daardoor eerder gewaarschuwd voor het gevaar op de weg.

Electronisch WildWaarschuwingssysteem (EWW)


Een EWW 'voelt' de aanwezigheid van overstekende dieren door sensoren. Daardoor kan deze de bestuurders met dynamische wildsignalering waarschuwen voor de aanwezigheid van overstekend wild, de maximumsnelheid aan laten passen en de dieren helpen over te steken.

Bijvoorbeeld door een bord overstekend wild en/of maximumsnelheid 50 km/uur te laten knipperen.

Faunatunnels en faunabruggen

Wanneer door wegen gescheiden leefgebieden van reeën met elkaar worden verbonden, spreekt men van ontsnipperen. Ontsnipperen is een manier om het kleiner worden van de bewegingsruimte voor natuur af te remmen.

De meest bekende, grote, maatregelen zijn ecoducten en faunatunnels. Inmiddels zijn vele snelwegen met behulp van ecoducten minder een barrière voor soorten zoals het ree om zich te verspreiden. Hoe effectief ecoducten zijn als smalle ecologische verbindingszones tussen leefgebieden is op een aantal locaties onderzocht.

Het gevolg is dat er meer dieren waaronder reeën migreren over snelwegen naar provinciale en gemeentelijke wegen. Hierdoor verschuiven bestaande knelpunten en ontstaan nieuwe knelpunten op andere wegen.

Lees onze bronnen:
Light_reflector_construction_for_deterring_game_from_crossing_highways
Website over de zogenaamde halbkreisreflektor

Ja! Maar recent wetenschappelijk onderzoek heeft niet aangetoond dat de reflectie van wildreflectoren te meten is, dat dieren significant reageren op de wildreflectoren. Nog kon onderzoek bij gehouden reeën vaststellen dat zij zich anders gedroegen als er wildspiegels in hun verblijf toegepast werden en dat blauw een afschrikwekkende kleur is. Stuk voor stuk onderzoeken die niet verklaren waarom de wildreflectoren in de praktijk wel een effect laten zien.

Daarom houden we vast aan de stelling: Ja, de wildreflectoren zijn effectief mits deze goed geplaatst worden en voortdurend onderhouden worden. Reflectoren zijn prisma's of spiegels gemonteerd op paaltjes of ander wegmeubilair langs de kant van de weg. Als koplampen in de prisma's schijnen reflecteren deze het licht in de berm naar het aangrenzende terrein. Dit weerspiegelde licht valt de dieren op en het leidt hen af van het oversteken van de weg. Daarbij is de afstand tussen de spiegels van belang. Bij een juiste afstand ontstaat er een tijdelijk onrust veroorzakende bewegende tunnel van licht. Onderbrekingen in de tunnel van licht zorgen ervoor dat dit 'rustigste' plekken en doorgangen in de voortdurend oplichtende tunnel zijn. Het nodigt uit om over te steken. Bij een weg met een berm of achterliggend terrein die lager of hoger liggen worden de wildreflectoren overeenstemmend geplaatst.

Ongeveer een maand voor de jaarlijkse pieken in de wildaanrijdingen onder reeën dienen de standplaatsen en wildaanrijdingen geanalyseerd te worden om te kijken of er gaten in de lichttunnel ontstaan bijvoorbeeld door achterstallig onderhoud.

Nader onderzoek over de werking van wildreflectoren is nodig. We hopen met een focus op plaatsing en onderhoud. De kloe van de werking lijkt tijdig maar niet met grote regelmaat de wildreflectoren onderhouden. Daardoor blijft de onrust veroorzakende werking instant en treedt de gewenning minder op!

Met goed onderhoud, kunnen hekken vrijwel alle botsingen voorkomen. Er zijn echter sterke biologische argumenten tegen volledig scheiden van mens, verkeer en natuur. Traditionele verbindingszones tussen natuurgebieden van dieren in het wild worden onderbroken en het leefgebied van de dieren wordt versnipperd.

Goed opletten en bewust zijn van de gevaren die horen bij rijden door de natuur en wildreflectoren bewust en deskundig inzetten kan relatief goedkoop veel leed voorkomen.

Een wildraster inclusief wildrooster wordt toegepast ter beperking van de leefgebieden van wilde dieren of geleiden dieren naar faunaoversteekplaatsen of ecoducten. Zij beschermen tegen aanrijdingen met, of schade door, wilde dieren. Het raster moet hoog genoeg zijn om te voorkomen dat de doelsoorten over het raster heen springen. De onderste gaas mat is van gepunt last gaas en kan een sterke diersoort als de das tegenhouden. Dit gaas is ingegraven en horizontaal omgezet waardoor ondergraving wordt tegengegaan. De materialen die hiervoor worden toegepast zijn houten palen, klein wild gaas en licht ursus-gaas. Als afmetingen wordt een rasterhoogte 180 cm met palen 300 x 10/12 cm, hart op hart afstand 4,00 m toegepast. Het onder gaas bestaat uit klein wild gaas, met een hoogte 150 cm, gemaakt uit een zink-aluminium draad afmeting liggende maas met krimp. Het boven raster bestaat uit licht ursus-gaas met een hoogte van 80 cm.

Reeën kennen een natuurlijke trek gedurende het gehele jaar en zijn daardoor slachtoffer van en aanleiding voor wildaanrijdingen.

In het EWW worden de in het wild levende dieren naar speciaal ingerichte faunaoversteekplaatsen geleid. Daar detecteren Infraroodsensoren en lasersensoren in een bepaald vlak of er wild loopt en attenderen deze de automobilist met dynamische wildsignalering. De hele opstelling wordt wildsluis genoemd. De wildsluis zorgt dat de dieren gesignaleerd over kunnen steken.

Afbeelding: Interactief WildWaarschuwingssysteem


Uit onderzoek van studenten Verkeerskunde Hogeschool Windesheim is gebleken dat het verkeersbord dat waarschuwt voor overstekende dieren zoals een hert het rijgedrag van de automobilist niet verandert. Dynamische wildsignalering laat de matrixborden oplichten en verandert wel het rijgedrag van de automobilist. (Geloofwaardigheid van wildsignalering, januari 2011 door S. Mulder & T. Stantchev). Dergelijke maatregelen zijn echter alleen dan effectief als zij kunnen worden geconcentreerd op de locaties waar veel dieren oversteken. Bijvoorbeeld in Overijssel.

Bij de voorbereidingen voor een elektronisch wildwaarschuwingssysteem worden door deskundigen de faunaoversteekplaatsen geïnventariseerd. Op de wegen wordt vastgesteld waar het oversteken plaatsvindt en dus wildaanrijdingen kunnen plaatsvinden, de hotspots. De trekroutes leiden daarbij naar de locaties voor de wildsluizen.

In Overijssel zijn ongeveer 40 locaties waar met enige regelmaat ongevallen met overstekend wild voorkomen. Het aantal geregistreerde dode dieren langs provinciale wegen bedraagt meer dan 2.000 stuks per jaar. Het betreffen hier in ieder geval aanrijdingen met egels, hazen, konijnen, marters, vogels, vossen, dassen en reeën. De provincie Overijssel neemt daarom maatregelen zoals het plaatsen van waarschuwingsborden en het plaatsen van wildspiegels in diverse varianten. Drie locaties in Overijssel springen eruit omdat op deze hotspots substantieel meer ongevallen plaatsvonden. Op deze hotspots was er met name sprake van overstekende reeën en dassen.

Daar heeft de provincie Overijssel dan ook EWW's geplaatst om de verkeersveiligheid te verbeteren. In december 2011 is officieel het eerste elektronisch wildwaarschuwingssysteem geopend langs de N757 Wijthmen-Dalfsen t.h.v. Landgoed Horte. Inmiddels zijn ook wildwaarschuwingssystemen geplaatst langs de N346 bij Diepenheim en langs de N337 bij Windesheim. Met infrarood vlakdetectie en laser lijndetectie worden dieren gesignaleerd en automobilisten worden automatisch gewaarschuwd met signaalgevers langs de w.eg. Deze signaalgevers bestaan uit matrixborden met daarop het bord van het overstekend hert (J27) en een bord met een snelheidsverlaging naar 50 km per uur. In de hoeken van het matrixbord knipper en alternerende lichten. Op alle drie de locaties is het aantal wildaanrijdingen met meer dan 90% gereduceerd in de jaren na de aanleg van het systeem.
Het elektronisch wildwaarschuwingssysteem wordt met een contract door de leverancier onderhouden. De rayonbeheerders van de provincie samen met de wildbeheereenheden houden toezicht op de werking van het systeem. Bij storing wordt dit door de wildbeheereenheid gemeld aan de onderhoudsmonteur. Op de grond van landgoedeigenaren is zakelijkrecht gevestigd om het elektronisch wildwaarschuwingssysteem, de wildrasters en wildroosters jaarlijks te kunnen onderhouden.

De resultaten van een proef in Duitsland met dynamische wildsignalering zijn veel belovend. De opgebouwde kennis en ervaring in Duitsland zijn toegepast in het technisch ontwerp van de wildwaarschuwingssystemen in Overijssel. In een vergelijkbare situatie was het aantal ongevallen met 80% verminderd. Ook uit Zwitserland en Oostenrijk worden positieve resultaten gemeld.

Kijk de video: Wild op faunaoversteekplaats
https://www.over-reeen.nl/portals/0/afbeeldingen/beleven_beheren/verkeer/overstekend_wild_faunaoversteekplaats_256.webphttps://www.over-reeen.nl/Portals/0/video/overstekend_wild_wildwaarschuwingssysteem1.mp4
Geproduceerd door: Ministeriums für Wirtschaft, Arbeit, Verkehr und Technologie des Landes Schleswig-Holstein
2016-12-31T00:00:00+01:00

Kijk de video: Elektronisch voor wild waarschuwen? Het werkt!
https://www.over-reeen.nl/portals/0/afbeeldingen/video/elektronisch_wildwaarschuwingssysteem_marc_720.webp
https://www.youtube.com/watch?v=d57S92uzE9o
Geproduceerd door: RTV Oost
2016-12-31T00:00:00+01:00


Cookies instellen