Wat mensen stroperij vinden is één aspect van stropen. Hoe dit vervolgens verweven is in bijvoorbeeld de Omgevingswet is het juridische aspect.
Bij het begrip stropen gaat het vaak om het gevoel dat de dader heeft namelijk dat hetgeen gestroopt is geen grote waarde heeft voor de natuur en of dat het geen waarde heeft voor de eigenaar!
Natuurbeschermen!
Met de Wet worden sinds 1963 de leefomgevingen en bepaalde bedreigde dier- en plantensoorten die in het wild voorkomen beschermd. Waarbij er rekening mee is gehouden dat de habitat, per beschermde soort, in een gunstige staat van instandhouding hoort te blijven. Het verstoren of weghalen van een schakel in de leefomstandigheden van een beschermde soort in dat gebied mag niet. Zo'n schakel bevorderen of instandhouden kan zijn het weloverwogen gebruik van het gebied.
De Minister ziet via de Provincies toe op de staat van instandhouding van de natuurlijke habitats van de beschermde dier- en plantensoorten. Het Planbureau voor de Leefomgeving brengt daarvoor wetenschappelijke rapporten uit. Voor zover het gaat om gegevens die betrekking hebben op door Gedeputeerde staten of Provinciale staten genomen besluiten of getroffen maatregelen, of om gegevens die betrekking hebben op de staat van instandhouding van de habitats en soorten verstrekken Gedeputeerde staten van de desbetreffende provincie deze aan de Minister.
De Minister ziet ook toe op de aanwijzing van speciale beschermingszones voor een coherent Europees ecologisch netwerk van speciale beschermingszones (Natura 2000).. Het doel is de betrokken typen natuurlijke habitats en habitats van soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te behouden of in voorkomend geval herstellen. Zo'n speciale beschermingszone is een gebied met een voor de EU gemeenschap betreffend belang. De instandhoudingsmaatregelen behelzen zo nodig passende specifieke of van ruimtelijke-ordeningsplannen deel uitmakende beheersplannen.
Habitat van een soort: door specifieke abiotische en biotische factoren bepaald milieu waarin de soort tijdens één van de fasen van zijn biologische cyclus leeft;
Gunstige staat van instandhouding van een soort: staat van instandhouding van een soort waarvoor geldt dat:
- Uit populatie dynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven, en
- Het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te zullen worden, en
- Er een voldoende grote habitat bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de populaties van die soort op lange termijn in stand te houden;
Dit artikel bepaalt namelijk dat het verboden is om dieren behorende tot een beschermde inheemse diersoort, te doden, te verwonden, te vangen, te bemachtigen of met het oog daarop op te sporen
Groot openbaar belang is bijvoorbeeld:
Behoud van Nederlands cultureel erfgoed kan gelden als dwingende reden van groot openbaar belang als bedoeld in artikel 2, eerste lid onder e, van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten (het Vrijstellingsbesluit was geldig van 03-12-2015 t/m 31-12-2016).
Ruimtelijke ontwikkelingen dienen altijd rekening te houden met bestaande en toekomstige natuurwaarden. Regels op dat gebied zijn onder andere vastgelegd in de Wet Natuurbescherming en verschillende uitvoeringsregelingen.
Ontheffingen: Onderwijs, onderzoek en her-populatie
Ook in het onderwijs, bij onderzoek of bij programma's waarin beschermde soorten opnieuw worden geïntroduceerd, krijgt u te maken met de Wet natuurbescherming. Voor sommige activiteiten heeft u dan een ontheffing nodig.
Bij onderzoek, onderwijs, her-populatie en herintroductie is het soms noodzakelijk om verboden uit de Wet natuurbescherming te overtreden. Of uw activiteiten hebben een schadelijk effect op beschermde soorten. U heeft dan een ontheffing nodig op grond van artikel 75 (3e lid, 5e lid en 6e lid, onderdeel a).
Eigendom? Het is van iemand!
In het Burgerlijk Wetboek staat wat eigendom inhoudt en hoe je het eigendom mag krijgen. In het Wetboek van strafrecht gaat het om wederrechtelijk toe eigenen!
Alles wat zich in de natuur bevindt valt in de wet onder goederen. Als het leeft zijn het hoogstwaarschijnlijk roerende goederen als het dood is onroerende goederen. Het kan zijn dat zo'n roerend goed (België) of een roerende zaak (Nederland) aan niemand toebehoort. Je kunt bij deze goederen denken aan grond, humus, planten, bomen of in het wild levende dieren zoals een vlinder en een ree.
Juridisch is eigendom het meest verstrekkende recht dat men op een goed of zaak kan hebben. Het is het recht om over een zaak (stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken. Dat kan gaan om iets dat ogenschijnlijk van niemand is. Daar heeft de Wet in voorzien.
Burgerlijk wetboek Artikel 4: Hij die een aan niemand toebehorende roerende zaak in bezit neemt, verkrijgt daarvan de eigendom. Voorbeelden van toe eigenen zijn oprapen, vangen, doden, aanrijden.
Wetboek van Strafrecht Artikel 310 diefstal: Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefstal, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Wetboek van Strafrecht Artikel 314 stroperij: Hij die, zonder geweld of bedreiging met geweld tegen personen, geheel of ten dele aan een ander toebehorende klei, bagger, ongesneden veen, zand, aarde, grind, puin, mestspeciën, zoden, plaggen, heide, helm, wier, riet, biezen, mos, onbewerkt en niet vervoerd hak- of sprokkelhout, niet geplukte of afgevallen boomvruchten of bladeren, te veld staand gras of te veld staande of na de oogst achtergebleven veldvruchten wegneemt, met het oogmerk om zich die voorwerpen wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan stroperij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Geheel of ten dele kan hier gelezen worden als dat door een zakelijk recht er min of meer eigendom rust op de onroerende en op de roerende zaken. Er is in Nederland nog in België een gebied dat van niemand is!
Het wegnemen van dieren valt niet onder het Wetboek van Strafrecht Artikel 314. Wel kan het gaan om diefstal als iemand al dan niet legaal het eigendom heeft van die dieren. De in het wild levende planten en dieren worden beschermd door de Omgevingswet.
Bron NOS OP3 • BINNENLAND • 03-07-2019, 08:00
In de Nederlandse natuurgebieden worden nog altijd netten gespannen, vallen gezet, zangvogels gevangen en dieren illegaal afgeschoten. Maar hoe groot het stroopprobleem in Nederland is, weet niemand.
"Het evenwicht in de natuur raakt erdoor zoek", zegt de voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht. "Nederlandse natuurterreinen worden behoorlijk leeg gestroopt."
Reden genoeg voor NOS op 3 om zelf het bos in te duiken. Want hoe vaak komt stroperij precies voor en wat gebeurt ertegen?
De jacht op stropers in de Nederlandse natuur
Een greep uit berichten over stropen: er werd met een harpoen geschoten op Haagse zwanen en ganzen, een ree onthoofd in Hengelo en ook wild in de Limburgse natuur moest het ontgelden. Maar hoe zit het nou voor heel Nederland?
Om daarachter te komen, beginnen we bij de jagersverenigingen. Maar al gauw komen we erachter dat niet elke jagersvereniging bijhoudt hoeveel er wordt gestroopt. De provincies dan, hoeveel meldingen van stroperij krijgen zij? Ook geen eenduidig beeld. Sommige provincies registreren alleen als een stroper op heterdaad wordt betrapt, andere registreren al als er sporen van stroperij worden gevonden.
Voor we verder gaan: Wat is stropen eigenlijk? Een definitie: 'Stroperij is het ongecontroleerd en illegaal ingrijpen in populaties! Dat kan door middel van strikken, klemmen, vallen, netten, geweren, vergif, honden of kruisbogen. Maar ook door in gebruik nemen van delen van de natuur voor andere doelen dan die natuur' (red.) Dat kan voor hobby zijn of om er geld mee te verdienen. (Zie video elders op deze pagina)
Uitspraak Groene BOA: “We komen handen en middelen te kort om stroperij echt aan te kunnen pakken."
In onze zoektocht komen we uit bij boswachter Edwin van Keulen. Van Keulen is Buitengewoon Opsporingsambtenaar (boa) en toezichthouder bij het Recreatieschap Plassenschap. Weer of geen weer, hij controleert of bezoekers op het water en de natuurgebieden zich wel aan de regels houden. Hij is een zogenoemde groene BOA, een boswachter met speciale rechten, bijvoorbeeld om iemand staande te houden en te bekeuren. In een jaar tijd vulde hij een container vol met pootklemmen, fuiken en kooien die stropers achterlieten. "Het meeste van wat hier ligt, vernietigen we. Soms volgt er een onderzoek, maar we komen handen tekort om stroperij echt aan te kunnen pakken."
Wie er niet is, betrapt ook niemand Als niemand ons een landelijk overzicht kan geven van het aantal stroopactiviteiten, hoe kunnen we dan toch iets zeggen over de omvang?
We bellen met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer. Zij beheren meer dan de helft van alle Nederlandse Natuurgebieden en vertellen ons dat ze vorig jaar 516 meldingen van wat wij stroperij noemen registreerden. Maar woordvoerders voegen al gauw toe dat óók die cijfers weinig zeggen over de werkelijke omvang. Stropen gebeurt vaak in de avond en nacht, de momenten dat er geen boa's zijn om te patrouilleren. En wie er niet is, betrapt ook niemand.
'Niet voldoende middelen om stroperij tegen te gaan'
Samen met de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Natuurtoezicht (KNVvN) zetten we daarop een enquête uit onder die groene boa's. Bijna honderd boa's vulden die in. Niet representatief, maar bij gebrek aan landelijk overzicht de beste indicatie die we op dit moment van het probleem kunnen geven.
Meer dan de helft van de boa's die de enquête invulden, hebben de indruk dat het aantal stroopincidenten in hun gebied toeneemt. Daarnaast maken sommigen zich zorgen over hun veiligheid in de gebieden. Meer dan 70 procent geeft aan niet voldoende middelen te hebben om stroperij tegen te gaan. Ze willen bijvoorbeeld graag een wapen of portofoon, of nachtzicht-camera's als ze er 's nachts op uit moeten. Onder meer omdat de stroperij is veranderd. "Ze gaan nu op pad met geluidsdempers, infrarood- en warmtecamera's", zegt voorzitter van de KNVvN Rolf Overdiep. "We snappen dat de prioriteit van de politie bij inbraken en overvallen ligt, maar willen meer aandacht voor groen."