Regelgeving rond reeën

Bijgewerkt: 2025-07-31T08:55:045+01:00

Wilde dieren maken al eeuwenlang deel uit van het Nederlandse landschap — en van het menselijk leven. Eeuwenlang werden ze gezien als bezit, prooi en risico. Jagen was een voorrecht verkregen door erven, en het beheer van dieren draaide vooral om nut en controle. Maar dat beeld is door bewust worden en ingrijpen in de loop der tijd veranderd.

Vandaag de dag spreken we over beschermen, biodiversiteit en duurzaam beheren. Reeën, ooit uit de natuur geplukt als eetbaar, worden nu beheerd door zorgvuldige tellen en onderbouwde beheerplannen. De manier waarop we met in het wild levende dieren omgaan, zegt veel over hoe we als samenleving denken over natuur en verantwoord samenleven.

Op deze pagina nemen we je mee in dat verhaal. We laten zien hoe het denken over dieren zich heeft ontwikkeld — van in bezit nemen naar samenleven — én hoe dat zijn weerslag heeft gehad op de wetgeving. Je vindt hier een overzicht van de belangrijkste maatschappelijke verschuivingen, besluiten en wetten die samen het fundament vormen van het huidige faunabeheer.

  • Omgevingswet (2024):

    • Artikel 1.6: Zorgplicht voor iedereen bij activiteiten die de natuur kunnen schaden.
    • Artikel 1.7a: Verbod op activiteiten met aanzienlijke nadelige gevolgen voor beschermde soorten.
    • Artikel 2.18: Provincies zijn verantwoordelijk voor soortenbescherming binnen en buiten het Natuurnetwerk Nederland.

🧾 Praktische implicaties

  • Verkeer en veiligheid:

    • Wetgeving vereist het afwegen van maatregelen om wildaanrijdingen te voorkomen zoals wildwaarschuwingsborden en ecoducten.
  • Preventieve maatregelen verplicht:

    • Voordat afschot wordt toegestaan, moeten eerst doeltreffende preventieve maatregelen zijn afgewogen, zoals schadevergoeding of wildrasters.
  • Afschot en beheer:

    • Populatiebeheer moet ecologisch verantwoord zijn en mag geen afbreuk doen aan de instandhouding van de soort.
    • Alleen toegestaan met een provinciale ontheffing en binnen de kaders van een goedgekeurd Faunabeheerplan.

De huidige wetten zorgen er niet alleen voor dat reeën beschermd zijn maar dat ook de leefomgeving en het welzijn van reeën worden meegenomen in ruimtelijke en ecologische besluitvorming.

🌿 Van prooi tot beschermde soort

De evolutie van het denken over in het wild levende dieren

Door de eeuwen heen is de manier waarop mensen naar in het wild levende dieren kijken fundamenteel veranderd. Waar dieren ooit vooral werden gezien als prooi, bezit of bedreiging, zijn ze tegenwoordig onderwerp van bewonderen, behouden, beschermen en duurzaam beheer. Deze ontwikkeling is het resultaat van een samenspel van wetenschappelijke, filosofische, religieuze en maatschappelijke veranderingen.

🏹 Oudheid en Middeleeuwen: bezit en nut

In de klassieke oudheid en middeleeuwen werden dieren vooral beoordeeld op hun nut voor de mens. In veel culturen — ook in Europa — golden wilde dieren als gemeenschappelijk bezit of als onderdeel van het domein van de adel. Jachtrechten waren voorbehouden aan koningen, edelen of geestelijken. Dieren werden geclassificeerd naar hun bruikbaarheid: als voedsel, lastdier, jachttrofee of gevaar.

Invloedrijke denkers beschouwden dieren als lager dan mensen op de "ladder van het leven" (scala naturae). De natuur was toen een onuitputtelijke en angst aanjagende wildernis. Veel in het wild levende dieren kende men niet en men kende daarom ook geen rede voor hun bestaan. Zij werden daarom voor menselijk nut gebruikt.

📜 17e–18e eeuw: rationalisme en eigendomsdenken

In de vroegmoderne tijd werd het denken over dieren beïnvloed door macht, rationalisme en de intellectuele vrijheid die ontstond. Dieren werden daarin vaak gezien als wezens zonder bewustzijn. Tegelijkertijd werd het eigendomsperspectief versterkt: schade aan en door een dier was relevant als het betrokken dier iemands bezit was. In het wild levende dieren vielen buiten dit kader en konden vrij worden gevangen of gedood.

🔬 19e eeuw: wetenschap en verwantschap

Met de opkomst van de evolutietheorie (Darwin) veranderde het perspectief ingrijpend. Dieren werden niet langer gezien als totaal anders dan mensen, maar als verwanten. Verwantschap die is ontstond in de evolutionaire ontwikkeling van leven op aarde. Dat besef had vergaande effecten zoals::

  • De theorie stimuleerde waardering en respect voor biodiversiteit en ecologie.
  • Het besef groeide dat in het wild levende dieren waarde hebben en 'gevoel'.
  • Mensen gebruikten Darwins ideeën om dieren gericht te fokken.
  • Veehouderij werd wetenschappelijker.
  • Er ontstond meer aandacht voor diergedrag en welzijn.

Dit leidde eerst tot meer aandacht voor de gehouden dieren gevolgd door nuttige dieren en onze leefomgeving en tegenwoordig voor de leefomgeving van de natuur waar wij onderdeel van zijn. Tegelijkertijd ontstond het organiseren en verenigen voor natuurbeheer- en -beschermingsinitiatieven, zoals Staatsbosbeheer (1899), de Vogelbescherming (1899), de Jagersvereniging Vereniging (1904), Natuurmonumenten (1905). Zij gingen zich inzetten vanuit hun perspectief. Vaak voor het behoud van natuurlijke bronnen, soorten en/of leefgebieden. Soms uit belangstelling hoe natuur zich zonder invloed mens ontwikkeld.

⚖️ 20e eeuw: rechten, bescherming en beleid

In de 20e eeuw verschoof de aandacht van eigendom naar intrinsieke waarde. Dieren kregen bescherming in wetten. Wilde dieren en planten werden niet langer alleen beheerd als te oogsten objecten, maar meer en meer als mogelijk waardevolle onderdelen van de natuur, van onze leefomgeving (ecosysteem). De bescherming van soorten zoals het ree werd onderdeel van natuurbeleid.

🌍 21e eeuw: ecologie, ethiek en samenleven

Inmiddels is het denken over natuur en daarin levende dieren sterk beïnvloed door ecologische inzichten en ethische reflectie. Dieren worden erkend als essentiële componenten met belangen. Tegelijkertijd groeit de behoefte dat mensen, planten en dieren de ruimte zo wild mogelijk moeten delen waardoor natuur blijft bestaan. Dit leidt tot nieuwe vormen van faunabeheer, waarin bescherming, schadepreventie en samenleven centraal staan.


Deze ontwikkeling — van jagen op prooi naar ‘partner’ in het ecosysteem — vormt de morele en beleidsmatige onderstroom van de huidige faunabescherming en -beheer. Het ree is hierdoor van nagenoeg vogelvrij beest tot in heel Nederland voorkomende beschermde diersoort geworden en de basis voor een gezonde populatie wolf.

Cookies instellen