Wees zuinig op bermen en randen!
Beheer van landschapselementen zorgt voor prachtige overgangen van cultuurgrond via de zoom met kruidachtige planten, naar de mantel waarin struiken domineren en die soms opgaan in het bos.
In de winter en het voorjaar zijn ruige perceelranden van kruiden en struweel tot twee meter erg belangrijk als voedsel, beschutting en nestgelegenheid voor heel veel in het wild levende dieren.
Zomen zijn daarin de randen van kruidachtige planten. De zoom vormt een natuurlijke overgang van cultuurgrond naar de naast gelegen percelen of de mantel. De mantel is de overgang van zoom naar bos en wordt gedomineerd door heesters.
Uit ontelbare waarnemingen is veel inzicht in het gebruik van landschapselementen ontstaan. Een van de vele bevindingen is dat ruwe plekken, struweel, hoekjes met doorgegroeid grassen, ruigtekruiden en bloeiende planten veel boeiender als eentonige cultuurgronden. Vooral ook zo boeiend door de dierenwereld die zich daar schuilt houdt en vermeerdert. Ook productiebossen zijn voor dieren eigenlijk saai en eentonig. Want, hoewel in de eerste jaren vele dier- en plantensoorten profiteren van de ruimte, de lucht en het licht verdwijnt die variatie in soorten en bijbehorende dynamiek al snel als de boomsoorten de onderlinge concurrentie hebben beslecht en hun invloed het bos domineert.
In de randen en open plekken is echter de dynamiek, daar is het dierenleven. Daar kan voor de fauna dan ook het afnemen van aantallen dieren en -soorten worden het meest effectief worden gestopt. Wij pleiten daarom voor het verbeteren van het beheer van op dieren ingerichte en beheerde landschapselementen zoals de zomen van kruidachtige planten en mantels van heesters en struiken, niet zijnde hakhout met slechts sporadisch een opgaande boom!
De scherpe overgangen in ons eentonige productielandschap, worden doorbroken als we langs landbouwpercelen, groenstroken of bos, randen met voedsel en voor beschutting, accepteren en beheren. Bij voedsel kunt u in dit geval naast kruidachtige delen van planten ook denken aan nectar uit bloemen. Door de aanleg van dergelijke randen ontstaat ook een netwerk van biotopen met voor wilde dieren noodzakelijke eerste levensbehoeften. Deze vormen daardoor interessante verbindingen naar andere gebieden, zogenaamde verbindingszones.
De randen van bos,weiland en akker worden met name door boeren, boswachters, imkers, jagers beheerd. Zij hebben als 'gebruiker' een belang bij dat beheer. Daardoor is bij deze mensen veel kennis gekomen. Om de landschapselementen efficiënt te realiseren zoeken zij geschikte percelen, tijd en werkwijzen. Alleen als zij die hebben of krijgen kan de noodzakelijke variatie in voedsel en beschutting tot stand komen.
Door de aanleg van de landschapselementen in eentonige gebieden wordt het klimaat veranderd en ontstaan er leefomstandigheden voor het leven van planten en dieren. Zo ontstaat er variatie in landschap en in diersoorten. Juist in de met dit doel beheerde gebieden wordt voorzien in de eerste levensbehoeften van bijen, vlinders, vogels, knaagdieren en grote hoefdieren.
Tenslotte voorkomt de aanleg en het beheer van aantrekkelijke zoomen en mantels, ver weg van de doorgaande wegen, dat de dieren onnodig langs en op de weg naar voedsel en mineralen zoeken.
Of het nu om smaakvol voedsel voor de dieren gaat, om beschutting voor de dieren of een verbindingszone naar een nieuw leefgebied, beheerde randen met daarin, weloverwogen plantensoorten, zorgen voor succes. Onze grootste inheemse wilde diersoorten waaronder het ree, vinden die randen net zo interessant als de enkele centimeters grote dwergmuis die zelfs haar hangende bolvormige nest, in de aangeboden vegetatie bouwt. Daar genieten niet alleen de wilde dieren van maar zeker ook de mensen. Een te overwegen maatregel kan dan ook zijn om mensen op gepaste afstand naar deze variant van het natuurtheater te laten kijken en genieten.