Het maaien van graslanden en landbouwpercelen is een jaarlijks terugkerende activiteit die helaas vaak leidt tot slachtoffers onder wilde dieren, met name reekalveren. Om deze maaislachtoffers te voorkomen, zijn verschillende maatregelen ontwikkeld die variëren van preventieve aanpak tot actieve opsporing en veiligstelling. In deze handleiding worden de belangrijkste strategieën toegelicht: vreemdmaken, opsporen, veiligstellen, vastzetten en verplaatsen. Elke methode heeft zijn eigen aandachtspunten, voordelen en beperkingen. Door deze technieken zorgvuldig toe te passen, kunnen we het aantal slachtoffers aanzienlijk verminderen en bijdragen aan een verantwoorde omgang met natuur en landbouw.
Vreemdmaken
Bij vreemdmaken worden, de dag voor het maaien, voorwerpen in het veld geplaatst die bedoeld zijn om reeën zodanig te storen dat zij het perceel verlaten. Er worden fladderende vuilniszakken, bouwlampen, radio’s en/of afschrikwekkende geuren gebruikt. Inmiddels zijn er ook speciaal voor dit doel gemaakte apparaten.
Aandachtspunt: Het kan zijn dat bij het vreemdmaken reekalveren niet worden gevonden. Zij vertrouwen op hun gedrag en blijven juist liggen in plaats van te vluchten! Een opvallend verschijnsel is dat de reegeit zich buiten het perceel bevindt, vermoedelijk om het reekalf of de reekalveren naar zich toe te halen.
KcR adviseert daarom het perceel altijd af te zoeken, bij voorkeur met een natuurdrone, en de ‘vreemdmakende’ voorwerpen meer dan 25 meter uit elkaar te plaatsen.
Let op: Reeën wennen snel aan vreemde voorwerpen in hun ‘vertrouwde’ omgeving. Binnen een etmaal verliezen deze voorwerpen hun werking. Het is daarom zaak de voorwerpen na het maaien uit het perceel te halen en, wanneer opnieuw gemaaid wordt, opnieuw vreemd te maken.
Mogelijke uitzondering: elektronische wildafweer. Nader onderzoek is nodig om te bepalen of elektronische wildafweer, die dagen voor het maaien in het perceel is geplaatst, het gebied vrij houdt van wild.
Belangrijk: Vreemdmaken voorkomt niet alle slachtoffers onder reeën!
Opsporen
Opsporen van reekalveren kan met technologie zoals een maaier of drone met warmtebeeldsensoren, of traditioneel te voet.
Warmtebeeldsensoren naast de maaieenheid helpen hotspots tijdig te signaleren en passend te handelen. Warmtesensoren voor de maaier zijn tot op heden een teleurstelling: bij de huidige snelheden kan men niet tijdig remmen.
Het meest effectief is opsporen vanuit de lucht door een droneteam met een drone plus warmtebeeldsensor (natuurdrone). De combinatie van drone, warmtebeeldsensoren en GPS-techniek maakt het mogelijk dieren en nesten te lokaliseren en door te geven aan de veiligstellers of de maaier. Met die informatie kan worden bepaald hoe de dieren worden gered.
Tip: Gebruik geen gewone camera; het risico dat u een reekalf niet vindt is erg groot.
Als warmtebeeldsensoren niet beschikbaar zijn of er mag niet met een natuurdrone worden gevlogen, dan kan het perceel te voet worden afgezocht. Dit vereist een deskundig en ervaren groepje mensen dat het veld afzoekt naar sporen en ligplekken van reeën.
Zodra de locaties van de dieren bekend zijn, begint het echte redden van reekalveren.
Veiligstellen
Veiligstellen is het voorkomen dat beschermde diersoorten zoals reekalveren slachtoffer worden van activiteiten zoals maaien. Bij veiligstellen worden de reekalveren vastgezet of verplaatst (en vastgezet). Ondanks deze maatregelen komt het voor dat reekalveren tussen het moment van veiligstellen en het bewerken teruggaan naar het perceel. Daarom bevelen wij aan om tijdens of direct na het veiligstellen te starten met maaien of andere werkzaamheden.
Als vastzetten of veiligstellen niet lukt, is het zaak de situatie aan de maaier door te geven zodat deze extra goed kan opletten.
Een belangrijk element bij het kiezen van de methode is de vluchtvaardigheid van het reekalf. In de eerste week zal het dier zich drukken en passief blijven als we dichtbij komen. Vluchtvaardig betekent dat het dier klaar ligt om te vluchten en alert is op de omgeving, met kop en oren omhoog. Het risico bestaat dan dat het dier vlucht en zich elders in het perceel verstopt.
Het is effectief om bij het veiligstellen ervan uit te gaan dat het reekalf al kan vluchten. Zorg dat u klaar bent om het dier te pakken of de mand over het dier te plaatsen voordat het is gevonden. Wij oefenen dat door onder winderige omstandigheden een ballon onder een mand te vangen.
Vastzetten
Vastzetten voorkomt dat dieren zich verplaatsen in of naar het te bewerken perceel, bijvoorbeeld door het plaatsen van een koker van gaas, mand of kist om het reekalf. Als alternatief kan ook gekozen worden om het deel waar het dier of nest is gevonden niet te maaien of bewerken.
Kenniscentrum Reeën geeft inmiddels de voorkeur aan het vastzetten van het reekalf onder een mand en er zo spoedig mogelijk omheen te maaien, waarna het reekalf na het maaien van het hele perceel wordt vrijgelaten.
Zorg dat u voorbereid bent: zorg voor manden en pennen om deze vast te zetten. Oefen het plaatsen van de mand over een flinke ballon bij stevige wind! Om vluchten te voorkomen benaderen we het dier (de ballon) voorzichtig en plaatsen daadkrachtig de mand om het dier. Vervolgens markeren we de plaats en geven die door aan de boer, die na het bewerken van het hele gebied het dier kan loslaten. Spreek dit loslaten goed af.
Verplaatsen
Verplaatsen is het dier oppakken en naar een veilige plek in de omgeving brengen. Ook hier beïnvloedt de vluchtvaardigheid de aanpak. In enkele weken leert het reekalf steeds beter plotseling te vluchten en zich na een korte vlucht te laten vallen en drukken. Daardoor laten ze een onopvallend geurspoor achter en hebben predatoren moeite om hen te vinden.
Als het vlucht of wegloopt van de plek waar u het neerlegt, is het belangrijk te weten dat het reekalf graag naar vertrouwde omstandigheden terugkeert. Controleer daarom die plek na vluchten nogmaals goed.
Dit gedrag kan tot eind juli optreden. Dit maakt het voor de veiligsteller in de weken na de geboorte steeds moeilijker om het reekalf vast te zetten of te verplaatsen.
Let op: 25% van de veiliggestelde reekalveren wordt zonder het nemen van maatregelen door de moeder verstoten. Vermoedelijk komt dit doordat het in veiligheid brengen storende geuren afgeeft. Dit verstoten kan worden verlaagd door het reekalf zo min mogelijk met vreemde voorwerpen in aanraking te laten komen.
Gebruik tijdens het opsporen en in veiligheid brengen geen nieuwe handschoenen, maar gebruik handschoenen, dozen, zakken en ander gereedschap die buiten de verpakking hebben gelucht. Pluk voordat u het reekalf oppakt lang gras of bladeren en zorg dat dit gras tussen het dier en de hulpmiddelen zit als u het dier optilt.
Zorg dat het dier zo min mogelijk met ‚vreemd‘ ruikende voorwerpen in aanraking komt.